Aardaker - Lathyrus tuberosus 10 zaden
De aardaker is een vaste plant uit het geslacht Lathyrus.
Oorspronkelijk komt de aardaker uit Europa en het westen van Azië.
Voordat de aardappel in Europa bekend raakte, werden de knollen van de aardaker nog regelmatig gegeten.
In de volksmond was deze plant toen ook bekend als aardnoot.
In Nederland werd de soort vroeger zelfs commercieel verbouwd.
De knollen kunnen rauw gegeten worden, je kan ze koken, bakken of poffen als kastanjes.
De mooie roze bloemen en jonge scheuten van de plant zijn eveneens eetbaar en prachtig als versiering op allerlei gerechten.
De aardaker is een inheemse plant die in het wild nog zeldzaam voorkomt in akkerranden en wegbermen.
De plant is ook een zeer geliefde nectarplant voor bijen, vlinders en tal van andere insecten en het is een ideale groenbemester.
Naast het culinaire gebruik levert de soort dus ook tal van andere ecosysteemdiensten aan je tuin.
De plant wordt 30 - 100 cm hoog en is een klimmer.
In de maanden juni en juli bloeit de plant met donkerroze bloemen, de standplaats is in de zon.
Zaaien: Augustus - oktober of maart - april (met schuren en weken).
Deze zaden met een sterke zaadhuid hebben tijd en verwering nodig om vocht op te kunnen nemen en te kiemen.
Voorzichtig schuren van de zaden zodat de zaadhuid iets beschadigt kan het kiemen bespoedigen.
In de natuur gebeurt dit vaak door (scherp) zand dat de zaadhuid verzwakt.
Dit kan door de zaden voorzichtig heen en weer te wrijven tussen schuurpapier, of door het te mengen met wat scherp zand en zo wat te wrijven.
Voor het zaaien een of twee dagen weken in water of zeer natte grond wil bij sommige soorten ook goed helpen.