Luizen, wat kun je er aan doen?

Heb je opeens plakkerige blaadjes of zie je kleine groene, zwarte of witte beestjes op je planten?

Grote kans dat je met bladluizen te maken hebt.

Ze zijn dol op jong, sappig blad – maar gelukkig zijn er genoeg vriendelijke manieren om ze weer weg te krijgen.

Geen gif nodig, alleen een beetje natuur én slimme trucjes!

 

1. Douche je planten
Geef je planten een frisse start met een flinke straal water.

Spoel de luizen van de bladeren (ook de onderkant!) af met de tuinslang of een plantenspuit. Herhaal dit regelmatig en je zult zien: ze geven het vanzelf op.

 

2. Planten met superkrachten
🌿 Zet goudsbloemen, lavendel of afrikaantjes tussen je planten.

Luizen houden daar niet van en blijven liever weg.
🌿 Of plant juist dille, venkel of koriander: die trekken natuurlijke vijanden aan zoals zweefvliegen en sluipwespen.

 

3. De goede helpers
Nodig de lieveheersbeestjes uit!

Er zijn zelfs larven te koop.

Ze zijn gek op luizen – een larve eet er wel honderden op.

Ook oorwormen en gaasvliegen zijn geweldige helpers.

Je kunt zelfs speciale ‘insectenhuisjes’ ophangen om ze een fijn plekje te geven.

 

4. Natuurlijke sprays
Maak zelf een milde zeepoplossing (bijv. een theelepel zachte groene zeep + een drupje plantaardige olie op een liter water) en spuit dit op de aangetaste delen van de plant.

Test het eerst op een klein stukje blad en gebruik het niet in de volle zon.

 

5. Gezonde planten zijn sterker
Luizen vallen vooral verzwakte planten aan.

Geef je planten dus een goede start met gezonde grond, voldoende water en een beetje compost of organische voeding.

 

Zo houd je je tuin levendig én in balans – zonder chemische middelen.

Goed voor je planten, de bijen én het milieu!


Slakken in je tuin

Slakken bestrijden zonder gif – zo doe je dat op een natuurlijke manier! 🐌🌿

De tuin is in volle bloei, maar helaas ben je niet de enige die geniet van al dat groen. Slakken – vooral na een regenbui – komen massaal tevoorschijn en kunnen in korte tijd een moestuin of bloembed flink kaalvreten. Gelukkig zijn er genoeg diervriendelijke én milieuvriendelijke manieren om ze te weren, zonder naar chemische middelen te grijpen. Hier zijn een paar slimme tips om je tuin slakvrij te houden!

1. Maak je tuin slakonvriendelijk
Slakken houden van vochtige, schaduwrijke plekjes. Door ‘rommelhoekjes’ op te ruimen, zoals stapels bladeren of planken, neem je hun schuilplaatsen weg. Mulch niet te dik rond kwetsbare planten – dat kan juist een fijn huisje voor ze worden.

2. Geef water in de ochtend
’s Avonds sproeien zorgt voor een vochtige tuin tijdens de slakkenpiekuren. Door ’s ochtends water te geven, droogt de grond op tegen de avond en dat maakt het minder aantrekkelijk voor deze slijmerige bezoekers.

3. Natuurlijke vijanden uitnodigen
Egels, vogels, padden en zelfs kippen zijn dol op slakken. Maak je tuin aantrekkelijk voor deze helpers met wat struiken, een egelhuisje of een klein vijvertje. Zo werk je samen met de natuur.

4. Barrières
Slakken hebben een hekel aan koper. Door bijvoorbeeld kopertape rond potten of verhoogde bedden te plakken, krijgen ze een onaangename schok bij contact en blijven ze liever weg.

Ook hebben ze een hekel aan een scherpe ondergrond zoals kippengrit of schelpenzand.

5. Slakken lokken en verplaatsen
Je kunt slakken lokken met schoteltjes bier (ja, echt waar!) of een halve uitgeholde meloen. Controleer ze dagelijks en verplaats de slakken naar een plek waar ze geen schade aanrichten – bijvoorbeeld aan de rand van een bos of weiland.

6. Zet afschrikplanten in
Slakken mijden bepaalde planten, zoals lavendel, varens, salie en geraniums. Door deze tussen je gevoelige planten te zetten, creëer je als het ware een natuurlijke barrière.

Tot slot: een beetje verdraagzaamheid…
Een paar slakken in de tuin zijn geen ramp – ze maken deel uit van het ecosysteem. Het gaat vooral om het vinden van een balans, zodat je én van je tuin kunt genieten én de natuur een handje helpt.


EHBO voor zaailingen

Ook ik heb wel eens te maken met tè enthousiaste zaailingen die in een mum van tijd een lange, dunne slungel worden.

Wat nu...

  • zet een pot of potje klaar met potgrond en maak daarin alvast een kuitje.
  • probeer de zaailing met een theelepel uit het zaaibakje te tillen met zoveel mogelijk aarde rond het worteltje.
  • plaats de zaailing in het potje en zorg dat de stengel voor de helft/driekwart onder de grond komt.
  • Geef een beetje water als de potgrond te droog aanvoelt.
  • plaats het potje in een koele, lichte ruimte, niet meer op de vensterbank en niet in de volle zon.
  • ook kun je de zaailing buiten zetten, als de temperatuur het toe laat.
  • als het weer kouder wordt of er is teveel wind zet de zaailing dan even binnen, maar wel zo koel mogelijk.
  • succes!!

Voorzaaien: de voor- en de nadelen!

 

Voorzaaien... Hoe doe je dat nou en waarom?

Voorzaaien geeft de plant ( en jou ) een "voorsprong".

Veel planten, en zeker een-jarigen, kiemen pas bij een temperatuur van rond de 20 °C.

Zaai je deze rechtstreeks buiten ( of in een koude kas/serre ), dan moet je dus wachten op de juiste temperaturen voordat het zaad gaat kiemen.

Dat is dan normaal gesproken in mei.

Het zaadje moet dan ook nog eerst kiemen, groeien en dan volgt de bloei.

Als je voorzaait in maart of april, in een warme kas of op de vensterbank, dan zal het zaadje eerder gaan kiemen.

Het plantje heeft dan al een voorsprong en zal dus eerder gaan bloeien.

Eerder genieten dus!

Ook hebben vogels, muizen en de regen geen kans om de zaden op te eten/ weg te spoelen.

Zaai de planten voor in zaai- en stekgrond, dit is speciaal samengesteld om de zaailingen een goede start te geven.

Zaaien kun je in kleine potjes, sommige gebruiken eierdozen, of maken rolletjes van kranten.

Waar je wel op moet letten bij voorzaaien is dat je, zodra je de zaailing 2 blaadjes heeft, je deze koeler en licht moet zetten ( zeker niet in de volle zon ) anders krijg je van die lange sprieten.

Dit kan bv in een serre of een koude kas.

Zijn de zaailingen al sterker aan het worden en is het nog geen tijd om ze definitief uit te planten?

Zie je al wortels uit de onderkant van het potje komen?

Pot ze dan over in een grotere pot met potgrond.

Hier zit meer voeding in en zal het plantje goed doen!

Ook zul je het voorzaaisel moeten afharden.

Dit houdt in dat je de zaailingen een paar uurtjes per dag buiten moet zetten zodat ze alvast wennen aan de weers-omstandigheden.

Tijdens (nacht) vorst de zaailingen niet buiten laten staan!

( uiteraard zijn er planten die juist wel koude nodig hebben om te kiemen; lees daarom altijd eerst de zaai-instructies! )

Na ijsheiligen kun je de zaailingen dan definitief buiten uitplanten en kun je eerder genieten van de bloei!

Nadeel voorzaaien:

Het nadeel van voorzaaien is dat de zaailingen na opkomst inderdaad "kouder " maar wel licht gezet moeten worden.

Rechtstreeks van de vensterbank naar buiten is een te grote stap ineens.

Maar niet iedereen heeft een ruimte die licht is en een constante temperatuur van 15 - 18°C heeft.

In de koude kas is een prima optie maar de temperatuur zal daar s`nachts nog wel te koud zijn en cosmea`s zijn echt koude-gevoelig!

Ikzelf zaai meestal alleen de koudekiemers voor en de eenjarigen zaai ik bewust pas in april of mei.

Als je de zaailingen te lang warm laat staan worden het van die hoge, lange sprieten.

Veel zaai-en tuinplezier!


Zaden oogsten

 

Zaden oogsten is ontzettend leuk!

Je bent lekker buiten, de zaden zijn vrij van allerlei chemicaliën, je helpt de insecten en je zorgt voor meer groen!

Toch zitten er ook nadelen aan...

De natuur kan onvoorspelbaar zijn en er kunnen bepaalde soorten planten en bloemen met elkaar kruisen.

Zelfs over grotere afstanden kunnen bv bijen de nectar van de ene naar de andere bloem brengen waardoor de zaden toch een andere kleur voortbrengen dan de moederplant.

Ik probeer dit te voorkomen door zoveel mogelijk solitair te planten, dat wil zeggen dat ik zaden die makkelijk kruisen zo ver mogelijk uit elkaar probeer te zaaien, bv in tuinen bij vrienden.

Toch kan ik een kruising niet altijd voorkomen...

Bijna elke plant heeft de neiging, als ze de kans krijgt, om terug te gaan naar de oorspronkelijke vorm, kleur, geur, etc.

De klaproos is een mooi voorbeeld, zaai je een mengsel van verschillende kleuren waar ook rood in zit, dan zullen de zaden steeds vaker rode klaprozen geven.

Nog een voorbeeld is de Akelei, deze komt bijna altijd terug in een andere kleur dan de moederplant, ook al heb je er maar 1 van in je tuin staan.

Het kan dus voorkomen dat een bloem misschien niet altijd precies de kleuren heeft zoals op het plaatje.

Soms zijn de kleuren zelfs mooier dan je had verwacht!

Blijf genieten van het hele zaai proces en al het moois wat er uit voortkomt!