Globebloem - Trollius pumilus 30 zaden
Trollius pumilus is een compacte, vaste plant met prachtige, komvormige en heldergele bloemen.
Deze zeldzame soort uit de ranonkelfamilie blijft laag en bloeit rijk in het late voorjaar tot de vroege zomer.
De bloemen lijken op boterbloemen, maar zijn voller van vorm en trekken vele bijen en andere insecten aan.
Door zijn bescheiden hoogte en compacte groei is de globebloem bijzonder geschikt voor de rotstuin, vochtige borders of de voorrand van een natuurlijke vijver.
In tegenstelling tot de bekendere Trollius europaeus heeft deze soort een fijner, lichter voorkomen, met een voorkeur voor niet te droge, goed doorlatende grond in zon tot halfschaduw.
Plantkenmerken
-
Hoogte: 15–25 cm
-
Bloei: mei – juni
-
Bloemen: bolvormig tot komvormig, helder citroengeel
-
Standplaats: zon tot halfschaduw
-
Bodem: vochtig, goed doorlatend, humusrijk
-
Levensduur: vaste plant, winterhard
-
Bijzonderheden: compacte groei, geschikt voor rotstuinen en
Globebloemkan succesvol uit zaad worden opgekweekt.
De zaden hebben een koudeperiode nodig om goed te kiemen (koudekiemer), dus zaai bij voorkeur in het najaar of vroeg in het voorjaar.
Zaaimethode stap voor stap:
-
Zaai in potjes of trays met vochtige, humusrijke, goed doorlatende zaaigrond.
-
Druk de zaden licht aan en bedek ze met een dun laagje aarde (ongeveer 2 mm).
-
Zorg voor constante vochtigheid, maar voorkom dat de grond drassig wordt.
-
Plaats buiten of in een koude kas zodat de zaden een natuurlijke winterkou doormaken (stratificatie).
-
Kieming: in het voorjaar; dit kan 4–12 weken duren, soms langer.
Na opkomst:
-
Laat de jonge planten rustig groeien.
-
Verspeen zodra ze hanteerbaar zijn.
-
Plant uit op een vochtige, zonnige tot halfbeschaduwde plek.
🟢 Tip: Zaai in diepe potten om de ontwikkeling van de wortels te ondersteunen.