Gewone berenklauw - Heracleum sphondylium 25 zaden
De gewone berenklauw behoort tot de schermbloemenfamilie.
De plant komt van nature voor in Europa.
Het is een 90-150 cm hoge (met uitschieters tot twee meter), vaste- of tweejarige plant, die veel langs dijken en wegen en in hooilanden voorkomt.
De plant kan, in mindere mate dan de verwante reuzenberenklauw, voor gevoelige mensen lastig zijn.
Bij aanraking aan de haren en in combinatie met UV licht kunnen hinderlijke jeuk en irritatie ontstaan tot zelfs brandblaren aan toe.
De plant bloeit in de maanden juni - september met witte schermbloemen.
Bestuivers van de bloemen zijn vooral kevers en diptera (vliegen), in mindere mate bijen en hommels.
De zaden zijn ook te gebruiken als keukenkruid.
De smaak is enigszins vergelijkbaar met die van kardemom: bergamot, citroen en kamfer.
Te gebruiken tijdens koken maar ook gemalen in salades.
In Rusland, Estland, Letland en Litouwen worden de stengels in de zon te drogen gelegd.
Op de stengel vormen zich dan zoete, witte kristallen.
De 15-20 cm lange, jonge stengels kunnen gegeten worden en smaken naar een combinatie van zoete komkommer, kokosnoot en mandarijntjes.
Zaaien: de zaden van deze koudekiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken).
Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5 °C) de kiemrust.
De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode.
Zaaien in augustus of september is de beste optie.
Zet het potje buiten en laat de winter maar komen.
Zaaien in de volle grond kan ook.