Bosrank - Clematis vitalba 10 zaden

De bosrank is een vaste plant uit de ranonkelfamilie.                                                                                                                     
De soort komt overvloedig voor in Zuid-Limburg, het oostelijk deel van het rivierengebied en inmiddels ook op het Eiland van Dordrecht.

Het hele jaar door is de plant gemakkelijk te herkennen.

Vooral in de herfst en de winter, als de pruikige vruchten als een sluier over de andere planten ligt, kun je de bosrank gemakkelijk terugvinden.

Tijdens de bloei in juni - september valt de soort op door zijn tamelijk grote witte bloemen.

Zo ook de als lianen slingerende stengels die in andere bomen en struiken hangen zijn goed te zien, zeker als er in het vroege voorjaar nog weinig blad aan bomen en struiken zit. 

De lengte kan wel 30 meter worden en de plant kan zowel in de zon als in de halfschaduw.

Bosrankt is een echte kalkindicator.

Als je bosrank in het landschap aantreft kun je er zeker van zijn dat de bodem kalkhoudend is.

Aan het eind van de bloei zie je het stamperhoofdje uitgroeien tot een pruikebol: de vele dopvruchten hebben een lange uitloper die bezet is met haren.

Deze opvallende vruchten sieren de bosrank tot laat in de herfst en in de winter. 

Pas op: bosrank is giftig!

Zaaien: augustus.

De zaden van deze koudekiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken).

Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5 °C) de kiemrust.

De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode.

Het zaaisel buiten zetten en gewoon de winter er over laten komen is het beste.

Kieming vindt dan plaats in het voorjaar.