Wilde brem - Cytisus scoparius 21 zaden
Cytisus scoparius is een houtige, meerjarige struik met groene, rechtopstaande twijgen en een open groei.
In het voorjaar verschijnen talloze gele bloemen die de struik prachtig laten oplichten.
De bloei is uitbundig en trekt veel bijen en andere bestuivers aan.
Cytisus scoparius is inheems in Nederland en komt van nature voor op heidevelden en schrale zandgronden.
Brem is een veelzijdige plant.
De soort werd gebruikt om bezems van te maken door de takken om een stok te binden (in het Engels betekent broom zowel brem als bezem).
Ook de Romeinen kenden deze toepassing al.
In het verleden werd de vezel van de plant in tijden van schaarste gebruikt als vervanger van jute.
In Engeland plantte men brem langs stukjes grond waar schapen graasden, zodat de dieren de bloemen en jonge scheuten aten en zo gezond bleven.
Ook bevat brem een alkaloide dat slangengif kan neutraliseren en het bevat het giftige sparteïne dat een stimulerende werking heeft op het hart.
In de fytotherapie wordt de plant daarom ook gebruikt bij hartzwakte.
Ook wordt brem gebruikt bij lichte reumatische aandoeningen.
Van de jonge scheuten en bloemen werd ook een verzachtende thee en wijn bereid.
Heksen zouden de brem gebruiken voor hun heksenbezem, in andere streken werd de brem juist als een afweermiddel tegen heksen gezien.
De soort is sterk, droogtetolerant en geschikt voor natuurlijke tuinen en landschappen.
Cytisus scoparius groeit het beste op een zonnige plek met een arme, goed doorlatende bodem.
Plantkenmerken:
• Hoogte: 100–200 cm
• Bloei: april – juni
• Bloemen: geel, vlinderbloemig
• Standplaats: volle zon
• Bodem: arm, droog tot matig droog, goed doorlatend
• Levensduur: vaste struik
• Herkomst: Europa
• Inheems in Nederland
• Bijzonderheden: sterke groeier, waardevol voor insecten
Zaai-instructies:
• Zaai binnenshuis in maart – april bij ca. 18–22 °C en voldoende licht.
• Week de zaden vooraf 12–24 uur in warm water om de kieming te bevorderen.
• Gebruik luchtige, goed doorlatende zaaigrond.
• Bedek de zaden ca. 0,5–1 cm met aarde.
• Houd de grond vochtig; kieming kan 6 - 8 weken duren.
• Verspeen jonge plantjes zodra deze hanteerbaar zijn.
• Plant uit na de laatste nachtvorst met ca. 100–150 cm tussenruimte.